Home / Ervaringsverhalen / Slachtoffer / / “Ik moest uren met een bord eten op de trap zitten”

“Ik moest uren met een bord eten op de trap zitten”

Kristel: “Ik groeide op in een gezin met een agressieve vader. Hij was een alcoholist, had depressieve gevoelens en kon de druk van het (gezins-)leven niet aan. Als hij teveel had gedronken en de grip verloor, schold hij ons voor alles en nog wat uit. Hij gebruikte lichamelijk geweld tegen mijn moeder. En later ook tegen mij. Ik kreeg onverwachtse tikken. Ik werd opgesloten in de kelder. Soms moest uren met een bord eten op de trap zitten. Het kwam ook voor dat hij ’s nachts met een riem naast mijn bed stond om mij te straffen. De buren moeten zijn stem door de muren heen hebben gehoord. Ik ben weleens in paniek naar buiten gerend toen hij een vork in mijn arm had gestoken. De buurman ving mij op. Maar uiteindelijk leek het of niemand ons hielp.

Het was mijn oom die mijn moeder, broer en mij (ik was 15 jaar) uiteindelijk uit huis haalde. Hij kwam net binnen, toen ik onderaan de trap lag na een duw van mijn vader. We waren fysiek veilig. Maar voor mijn gevoel begon het toen pas: ons gezin was uit elkaar. Mijn moeder en broertje werden opgevangen door de oom die ons uit huis heeft gehaald. Ik woonde bij een oom en tante aan de andere kant van de stad. Ik wist mij geen raad met al die spanning die ik al jaren in mijn lijf voelde.

Inmiddels ben ik volwassen en heb ik twee dochters. Ik heb met vallen en opstaan mijn weg moeten vinden. Ik heb verschillende relaties gehad met egocentrische mannen die (verbaal) agressief konden zijn. Ik wilde zo graag ‘huisje-boompje-beestje’. Ik was zorgzaam, volgzaam en opstandig tegelijk. Tijdens en na deze relaties en verschillende therapieën, besefte ik dat ik dat patroon moest doorbreken. Uiteindelijk koos ik echt voor mijzelf en verhuisde met mijn twee dochters. Die stap bleek de juiste. Ik creëerde een eigen thuis. Een paar jaar geleden kwam er een nieuwe partner in mijn leven.

Met mij gaat het nu goed. En ook met ons samengesteld gezin. Maar de stem van mijn vader komt nog wel eens voorbij als ik me onveilig of gestrest voel. Dan hoor ik hem weer zeggen: ‘Je bent helemaal niets waard.’ De impact van een onveilige jeugd is levenslang….”