Kind-oudermishandeling
Kind-oudermishandeling is niet-incidenteel geweld in het gezin, gepleegd door een (doorgaans thuiswonende afhankelijke) jeugdige of jongvolwassene, dat gericht is op (een van) de ouders. Kind-oudermishandeling – niet te verwarren met ouderENmishandeling – wordt ook wel kind-oudermishandeling genoemd. Het gaat om herhaaldelijk en ernstig geweld (geen ‘normale’ puberteitsconflicten). Het geweld kan psychisch, fysiek en seksueel zijn, met financiële afpersing en materiële schade.
Signalen
Er is veel schaamte bij ouders (gevoel van falen). Ouders vragen doorgaans pas hulp in vergevorderd stadium.
Mogelijke signalen:
- Ouder(s) is (zijn) bang voor eigen kind.
- Toename verbaal geweld (vaak rond 12-14 jaar) en escalatie naar ernstige dreiging en fysiek geweld.
- Brandstichting, (sporen van) materiele schade.
- Heftige woede-uitbarstingen bij jongere n.a.v. triggers (bv. alcohol, drugs, internet- en gameverslaving).
- Geringe dagbesteding van de jongere, omkering dag-nachtritme.
- (Ernstige) gedragsproblemen, agressie en woede i.v.m. psychopathologie bij de jongere.
- Voor ouder(s) onverwachte gedragsverandering bij de jongere (“was vroeger helemaal niet zo”).
- Meerdere vormen van huiselijk geweld in het gezin, o.a. naar siblings.
- Geweld door jongere buiten gezin (bv. mishandeling (ex-)partner).
- Negatieve communicatie- en interactiepatronen in het gezin.
- Mannelijke dominantie als sociale norm binnen het gezin.
- Probleemgedrag bij jongere op school, (langdurig) verzuim, schorsingen, pesten en gepest worden.
- Schulden bij jongere en financiële uitbuiting en afpersing van de ouder(s).
- Huisverbod, melding(en) of aangifte bij politie door ouder(s) of familie.
- Ouder isoleert zich en raakt uitgeput.
Risicofactoren
Er is weinig bekend over risicofactoren voor ouder-mishandeling. Het algemene beeld uit zowel praktijk als de wetenschappelijke literatuur is dat kind-oudermishandeling wordt gepleegd door thuiswonende jongens vanaf 14/15 jaar, dat het veelal gericht is op alleenstaande (gescheiden) moeders, en dat dit gezinnen in alle lagen van de bevolking kan treffen.
Jongeren met psychiatrische problematiek, met name wanneer dit zich pas in de puberteit openbaart en dit gepaard gaat met gedragsproblemen, lage frustratietolerantie en gering inlevings- en aanpassingsvermogen lijken een specifieke groep plegers te vormen.
Verstoorde ouder-kind interactie: een zeer permissieve opvoeding (geen grenzen); ontbreken van gezinscohesie of extreme bescherming; verschuiving van gezagsverhoudingen binnen het gezin (bv. door scheiding); geweld in het gezin; onvoorspelbaarheid.
Feiten en cijfers
- Bij naar schatting 10% van alle incidenten van huiselijk geweld die jaarlijks ter kennis komen van de politie, zijn de eigen ouders slachtoffers.
- Meer dan 80% van de plegers zijn jongens.
- In twee derde van de gevallen is de biologische moeder het slachtoffer.
Advies of doorverwijzen
Heb je advies of ondersteuning nodig, of wil je doorverwijzen naar hulp? Op deze pagina zie je waar je in regio hart van Brabant terecht kunt.