Nog steeds groeit gemiddeld één kind in iedere schoolklas op in een onveilige situatie. Ze worden verwaarloosd, psychisch of fysiek mishandeld of hebben te maken met seksueel misbruik.
School is een van de plekken waar signalen opgevangen kunnen worden en het gesprek met kinderen kan plaatsvinden. Het is ook de aangewezen plek om met kinderen te werken aan hun sociale weerbaarheid. Zodat kinderen leren wat hun grenzen, wensen en rechten zijn en weten waar ze terecht kunnen als ze hulp nodig hebben. Hier hoort ook bij dat professionals signalen van onveiligheid herkennen en op zoek gaan naar de juiste hulp of ondersteuning.
De Taskforce Kindermishandeling Hart van Brabant ontwikkelde samen met partners zoals GGD Hart voor Brabant, IMW Tilburg, Sterk Huis en Stichting Groei Veilig, een toolkit voor basisscholen. Met veel informatie én instrumenten om te praten met kinderen. En om te werken aan deskundigheidsbevordering bij professionals. Begin september 2021 is de toolkit overhandigd aan iedere basisschool in regio Hart van Brabant.
Leerkrachten kunnen in de klas met kinderen praten over de rechten van elk kind om veilig op te groeien. Zodat kinderen leren wat hun grenzen, wensen en rechten zijn en weten waar ze terecht kunnen als ze hulp nodig hebben. Veel kinderen die kindermishandeling meemaken weten niet dat het niet normaal is wat hen overkomt. Andere leerlingen weten niet dat misschien een klasgenoot thuis in een onveilige situatie zit. Door er in de klas over te praten, komt het gesprek op gang en kan het taboe doorbroken worden. Praten helpt!
School is de aangewezen plek om al vanaf jonge leeftijd met kinderen te werken aan weerbaarheid. Met de leerlijn weerbare kinderen in het PO wordt op school een stevige basis gelegd voor de ontwikkeling van weerbare en veerkrachtige kinderen. De leerlijn biedt voor ieder leerjaar een passend programma.
Beroepskrachten in het onderwijs zijn verplicht om te werken volgens de vijf stappen van de meldcode bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode helpt om bij signalen op dit gebied zo snel en adequaat mogelijk hulp te bieden. Elke school of instelling maakt de meldcode specifiek voor de eigen praktijk. Bijvoorbeeld door te benoemen wie de stappen moet doorlopen. Kennen alle beroepskrachten op jouw school de vijf stappen van de Meldcode? De boekenlegger helpt leerkrachten om het te onthouden.
Het Coördinatiepunt Trainingen wil álle professionals in de regio Hart van Brabant via training en voorlichting voorzien van dezelfde basiskennis rond huiselijk geweld en kindermishandeling en de 5 stappen van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Met dezelfde taal: wat is huiselijk geweld en kindermishandeling? Hoe kan ik signaleren en hoe kan ik handelen om op zoek te gaan naar hulp?
Cees Hoefnagels, psycholoog en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht, onderzocht op basisscholen in Tilburg die met het Marietje Kessels Project werken of deze weerbaarheidstrainingen leiden tot meer onthullingen van kindermishandeling door de kinderen zelf. Hij onderzocht ook wat dit doet met de kinderen en met de leerkrachten.
TIP: Bespreek de samenvatting van het onderzoek met leerkrachten en ga aan de slag met de aanbevelingen.
Hoe ga je met kinderen en ouders in gesprek over kindermishandeling? Belangrijk voor alle leerkrachten om dit te weten! Uit het boek ’’Praktijkboek praten met kinderen over kindermishandeling’’ van Marike van Gemert haalden wij een aantal concrete tips.
Herken jij de signalen van kindermishandeling? Kindermishandeling is niet alleen fysiek geweld of seksueel misbruik. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om uitschelden, kleineren of verwaarlozing. Kindermishandeling komt meer voor dan je denkt, in alle milieus en culturen. Kinderen die mishandeld worden houden dat vaak geheim, omdat ze zich schamen, bang zijn of zichzelf de schuld geven. Het is daarom belangrijk dat mensen in hun omgeving signalen herkennen en weten hoe ze kunnen helpen.
Blue is een animatiefiguurtje dat kinderen leert dat het niet oké is als iemand je pijn doet of als er niet goed voor je wordt gezorgd. Blue is zelf slachtoffer van kindermishandeling, maar nu gaat het weer goed met hem. Blue helpt zijn vriendjes om erover te praten als het niet goed gaat thuis en wijst ze de weg naar hulp. Zo geeft Blue aan dat je kan praten met een volwassene of bellen met de kindertelefoon. Blue krijgt steeds nieuwe vriendjes die hij gaat helpen. De vriendjes van Blue hebben te maken met verschillende vormen van kindermishandeling.
Blue heeft ook een website voor kinderen.
Blue is zelf slachtoffer van kindermishandeling. Zijn ouders hadden vroeger geen aandacht voor hem en waren teveel bezig met eigen problemen. Hij had vaak honger en was veel alleen thuis. Gelukkig heeft hij hulp gevonden en gaat het nu weer goed met hem. Hij vertelt hierover in deze animatiefilm.
De ouders van Yellow zijn gescheiden en maken heftige ruzies. Yellow wordt er verdrietig en bang van. Yellow denkt dat het door haar komt dat haar ouders zo boos zijn. Blue vertelt Yellow dat het niet haar schuld is en dat ze er altijd met iemand over kan praten. Yellow is een ontwerp van kinderen uit de groep Flamingo’s van basisschool Westerwel. De kinderen kozen voor een gele ster, omdat ze vinden dat iedereen een ster moet worden in praten over kindermishandeling.
De moeder van Pink ligt soms de hele dag in bed. Ze wil dan niks doen en doet boos tegen Pink. Ze zegt zelfs wel eens dat het door Pink komt dat ze zo doet. Daar wordt Pink heel verdrietig van. Maar dat laat hij aan niemand merken. Hij wil niet dat zijn broertje en zusje zien dat hij verdrietig is. Als een echte grote broer zorgt Pink ervoor dat zijn jongere broertje en zusje naar school gaan en eten krijgen.
Pink is een ontwerp van groep De Vinken van SBO Westerwel in Tilburg. Volgens de Vinken is Pink een soort van superheld omdat hij voor zijn broertje en zusje zorgt en daarom heeft Pink een stoere band om zijn hoofd. Pink lacht wel op het ontwerp, maar hij is ook echt wel vaak verdrietig. De kinderen hopen dat Pink snel weer wat vrolijker wordt en dat zijn mama hulp krijgt.
Blue helpt ook leerkrachten om in de klas het gesprek te hebben over dit moeilijke onderwerp. Door in de klas over dit onderwerp te praten, leren kinderen wat kindermishandeling is en dat het niet normaal is als kinderen zich thuis niet veilig kunnen voelen. Er zijn verschillende lesmaterialen beschikbaar om het gesprek in de klas te hebben.
Lees de stripverhaaltjes van Blue en Yellow. Laat kinderen de invulstrip invullen en praat hier samen over.
Een leuke kleurplaat voor de lagere klassen.
De Praten helpt-pot is bedoeld om in de klas het gesprek te hebben over hoe het thuis gaat. In de pot zitten 34 vragenkaartjes met uiteenlopende vragen.
De posters zijn een herkenningsmiddel voor kinderen in de klas en een reminder dat praten mag en helpt.
Kijk samen in de klas naar de filmpjes van Blue en Yellow.
Maart 2021 ging de nieuwe campagne van de Taskforce Kindermishandeling live. Een campagne ontwikkeld samen met jongeren en gericht op jongeren. Op slachtoffers zelf, maar ook op omstanders. De campagne bestaat uit twee fases. In de eerste fase (maart-juni 2021) staat bewustwording centraal. Vier verschillende situaties worden via social media aan jongeren getoond, met de vraag: is het oké als jij of een vriend/vriendin dit thuis meemaakt? In de tweede fase vertellen jongeren hoe ze voor zichzelf, of voor een ander zijn opgekomen om het geweld te stoppen (september-november 2021).
De campagne loopt via Instagram en Snapchat. Twee kanalen waar we met name jongeren kunnen bereiken. De campagnefilmpjes linken naar de jongerenwebsite www.ditiskindermishandeling.nl.
Bereik jij jongeren met jouw social media kanalen? Help dan mee het bereik te vergroten! Zodat nog meer jongeren weten dat het niet oké is als je kindermishandeling meemaakt.
Ieder filmpje linkt naar een verhaal op de website:
Je kunt de campagnematerialen vrij gebruiken. Voor Instagram maak je gebruik van het ‘story’ formaat (of van het vierkante formaat voor Instagram post). Voor Facebook en LinkedIn maak je gebruik van de ‘vierkante’ versie. Per beeld zijn er twee verschillende versies: een versie voor het slachtoffer, en een versie voor omstanders. Je kunt hieronder een .zip bestand (24 MB) downloaden waar alle versies en formaten van de filmpjes in zitten.
Eind 2019 is het Project Trauma gestart door Geweld hoort nergens thuis (GHNT) met Dr. Channa Al en Drs. Varisha Goerdial (BMC) als landelijke projectleiding tot de zomer van 2021. Een belangrijk doel was het versterken van traumasensitief werken met geprioriteerde doelgroepen (waar veel sprake is van trauma): Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instellingen, Centra Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, de MDA++-aanpak en de Vrouwenopvang. Verder zijn binnen het project meerdere tools ontwikkeld die door een brede groep professionals gebruikt kunnen worden.
Tool Inbedden traumasensitiviteit
Deze tool helpt gemeenten en andere regievoerders om in kaart te brengen waar je staat als het gaat om traumasensitiviteit en om traumasensitiviteit structureel in te bedden. Verschillende aspecten van traumasensitiviteit worden uitgesplitst, geordend naar trauma-bewustzijn, traumascreening en trauma-aanpak. Daarnaast staat het gewenste niveau beschreven per aspect en worden hulpmiddelen genoemd die erbij kunnen helpen om dit niveau te bereiken. De tool kan eveneens als checklist en voortgangstool gebruikt worden. Onderaan staat een indeling van professionals ten aanzien van de rol die zij kunnen hebben bij het signaleren en aanpakken van trauma en welke kennis over trauma per groep van belang is. Inmiddels zijn de praktijkondersteuners van huisartsen van groep 1 naar groep 2 verplaatst.
Tool Traumasensitief werken binnen de visie Gefaseerd samenwerken aan veiligheid
Deze tool koppelt trauma aan de visie Gefaseerd samenwerken aan veiligheid (eerder: gefaseerde ketenzorg). Deze visie is breed omarmd door partijen die werken met de doelgroep die huiselijk geweld en kindermishandeling meemaakt. Voor elke focus van de drie fasen uit de visie, 1. veiligheid, 2. risicogestuurde zorg en 3. herstel, zijn de volgende dingen uitgewerkt: hoe trauma een rol kan spelen, behulpzame vragen voor casusoverleg, hoe trauma aandacht kan krijgen, wat kan bijdragen in een trauma-aanpak, wie een bijdrage kan leveren (met voorbeelden) en met welk beoogd resultaat. De tool is in afstemming met de visieontwikkelaars tot stand gekomen.
Tool Trauma-bewustzijn en trauma-aanpak
Deze tool richt zich op elke professional die met kinderen en volwassenen werkt. Beknopt wordt behandeld wat trauma is en wat het betekent in de relatie tot huiselijk geweld en kindermishandeling. De tool biedt informatie over hoe trauma zich uit op verschillende leeftijden en over gevolgen van trauma. Ook vind je handvatten voor wat je als professional kunt bijdragen aan een trauma-aanpak. In de tool staan aanknopingspunten voor verdieping. In een papieren/tekstuele tool is moeilijk de diepgang aan te brengen die dit thema verdient. Audiovisuele producten en verhalen van ervaringsdeskundigen zijn tevens een waardevolle aanvulling om de impact van geweld en trauma op een ander niveau te begrijpen.
Tool Overzicht traumascreening
Deze tool biedt een brede groep professionals, elke professional die met kinderen en volwassenen werkt, handvatten om trauma beter te signaleren. Traumascreening kan niet losgezien worden van traumabewustzijn aan de voorkant en een goed vervolg op de screening aan de achterkant. Daarom wordt in deze tool een overzicht van screeningsinstrumenten voorafgegaan door aandacht voor de rol van verschillende professionals en door afwegingen bij traumascreening. De tool biedt eveneens een ordening bij de focus van screening. Ook zijn er laagdrempelige vragen in opgenomen die in gesprekken bruikbaar zijn. Tot slot is aandacht voor een trauma-aanpak. Voor behandelopties: zie relevante richtlijnen.
Het is onmogelijk om tools te ontwikkelen die voor elke professional in elke context helemaal aansluiten. Het zou dan ook goed kunnen dat sommige onderdelen voor jou en je collega’s heel bruikbaar zijn en andere minder. Ga vooral in gesprek over wat in de tools staat. Ook als je niet precies zo wil of kan werken zoals de tool beschrijft, heeft het gesprek met collega’s over hoe jullie traumasensitief werken versterken in je eigen context meerwaarde. De volgende vragen kunnen behulpzaam zijn:
De toolbox geeft professionals concrete handvatten voor verschillende vragen van kinderen en gezinnen, zoals praten over huiselijk geweld of shame sexting.
In de jeugdzorg, jeugd-ggz en zorg voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking is de afgelopen jaren veel kennis ontwikkeld, opgebouwd en verzameld. Kennis over wat werkt in de hulp aan jeugdigen, opvoeders en gezinnen én kennis over de hulpmiddelen die daarbij bruikbaar zijn. Door deze kennis centraal beschikbaar te stellen, wordt voorkomen dat wijkteams in iedere afzonderlijke gemeente ‘het wiel moeten uitvinden’.
Op deze website staan hulpmiddelen voor professionals in wijkteams. Deze tools zijn vrij te gebruiken en zijn gericht op het werken met kinderen, jongeren en opvoeders. Ze geven professionals in wijkteams handvatten voor het bespreekbaar maken van bepaalde aspecten van opgroeien en opvoeden, het in kaart brengen en beoordelen van situaties en het bewerkstelligen van veranderingen.
Lees meer over dit initiatief van o.a. het NJi en Movisie en over het gebruik van deze tools.
Het expertisecentrum stuurt drie à vier keer per jaar een nieuwsbrief.
Schrijf je hieronder in om de nieuwsbrief te ontvangen.