Vrijwilligers en de meldcode
De meldcode is een stappenplan voor professionals. Het geeft duidelijk weer hoe om te gaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Professionals zijn wettelijk verplicht om met de meldcode te werken.
Vrijwilligers zijn niet wettelijk verbonden aan de meldcode. Maar vrijwilligers zien vaak signalen en weten niet altijd wat ze met deze signalen moeten doen. Als deze vrijwilligers huiselijk geweld en kindermishandeling vroegtijdig signaleren en betrokkenen staan open voor hulp, dan is de kans op het duurzaam stoppen van geweld aanzienlijk groter.
Contactpersoon vrijwilligersorganisatie
Het kan voorkomen dat een vrijwilliger vermoedens heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling. Vrijwilligers kunnen in drie stappen, signalen en hun zorgen kenbaar maken bij een ‘contactpersoon’. De contactpersoon is een bestuurslid of coördinator binnen een vrijwilligersorganisatie. De contactpersoon kan een melding doen en hulp en advies zoeken.
Stappen voor de vrijwilligers zijn;
- In kaart brengen van signalen. De vrijwilliger heeft een zorg of ‘niet pluis gevoel’.
- Vrijwilliger bespreekt de zorgen met de contactpersoon van de betreffende vrijwilligersorganisatie. Bij voorkeur vraagt de contactpersoon advies aan Veilig Thuis Midden Brabant 0800 – 20 00.
- De contactpersoon maakt een zorgvuldige afweging of hij/zij zelf in gesprek gaat over de signalen met de betrokken persoon. Of dat hij/zij hiervoor iemand benadert uit het eigen netwerk van professionele hulpverleners. Daarnaast kan de contactpersoon altijd contact opnemen met de huiselijk geweld deskundige van het wijkteam.
- En 5 worden door de professional verder opgepakt.
De contactpersoon kan een training volgen waarin hij/zij leert hoe het gesprek te voeren en/of wie hij kan benaderen.